We lopen grondig achter met de lessen,
maar kom, zo in het midden van de lente een typische winterles bloggen,
waarom ook niet.
Ik ben nu eenmaal een raar geval voor iets, toch?
In les 16 maakten we Sachertorte.
Ik had er al veel over horen broebelen,
maar zelf nog nooit uit mijn mouwen geschud.
Het was een les die helemaal anders was dan andere lessen.
Het sneeuwde.
Als in:
schuivende auto's
ploerende mensen
slip en sledder overal.
Wat wil zeggen dat dan de helft van de studenten er niet waren.
Omdat ze niet konden
niet durfden
of niet wilden.
Gezellig zo
een klein klasje.
Die 'van de sjokolat' kwamen ons gezelschap houden,
want ook bij hen ontbrak meer dan de helft.
Ik moet jullie niet vertellen hoe hard ik niet bezig was met mijn taart zeker?
Als ze voor mijn neus pralines staan te maken,
dan doet die taart mij niet veel meer.
Ik denk dat die mannen content waren als ik eens 2 minuten mijn kwebbel dicht hield.
Ben er wel wijzer van geworden.
Er schoot zelfs ineens een gedachte in mij op:
'verdorie...ik zit in de verkeerde les te knoeien !'
Ik weet dus wat ik over een jaartje of twee met mijn vrije dinsdagavond aan moet.
Bon.
Over naar de taart.
We ploeterde ons een weg door een jakkie-beslagje,
pleurde dat in nog jakkie'ere (is dat een woord?) bakvormen...
i'm telling you... je mag geen viesneus zijn als je bakker bent,
die bietenkwieten kuisen zo eens op het jaar hun vormen uit.
Met wat chance.
Bweuhk !
... om het dan in de oven te zwieren.
Dan werd er wat gezwatst met de abricozenconfituur...
die er vreselijk wansmakelijk uitziet
en nadien dus afstrijkgelei bleek te zijn...
't is van't zelfde spul
maar gewoon een verkeerde emmer genomen.
Wat was dat nu weer: 'jaja, da's de juiste! Pak diene maar'.
Niet dus.
... en wat krabbeltjes geschreven in chocolade.
We leerden voor het eerst hoe we een taart moesten overgieten met ganache.
Easy.
Proswerk
maar easy.
Dan was het tijd voor een broodje.
Feitelijk waren de collega's dat op hetzelfde moment aan het maken,
dus ge moet weten wat een gepuzzel dat elke keer is met de foto's,
om daar iets deftig uit te krijgen.
Als ik jullie de foto's laat zien in de volgorde dat ik ze zie op mijn kodakje
dan zou je snappen hoe chaotisch die lessen er aan toe gaan.
Maar ik wil dat jullie op je gemak kunnen lezen,
dus ik maak het even simpeler.
Het werd een kramiekbroodje.
Een broodje met rozijnen dus.
Wat hééft iedereen toch met rozijnen?
Ik meen het,
ik pulk dat gewoon overal altijd uit
mét bijhorende rimpelneus.
Swat.
Die krengen moet je dus eerst laten weken
anders krijg je niet enkel dooi vliegen* in je brood
maar ook nog eens harde dooi vliegen op de koop toe.
Nog goesting in rozijnen nu?
Nee?
Graag gedaan !
Ik ga nu even mijn kwebbel houden
de foto's spreken voor zich.
En natuurlijk.
Tussen al dat taart en broodgeweld...
waren de sjokolatmannen zich aan het concentreren op puur vakmanschap.
Fijne kunst was dat,
zo naast ons bruut bakkersgeweld.
Ik laat jullie even meegenieten,
voor de duidelijkheid:
niet onze maaksels he,
maar niettemin (of misschien beter: juist daarom) héél mooi.
Voila.
Dat was het dan weer !
Tot een volgende les.
*dooi vliegen: dode vliegen, spotwoordje voor rozijnen in een brood